De derde tocht alweer. En de groep blijft groeien. Ook dit jaar mogen we een nieuwe huttenvriend verwelkomen. Arnoud gaat dit jaar voor het eerst mee. Met z’n vijven in een Seat Altea is wel wat krap, maar omdat het zo lekker goedkoop is doen we het toch.
De keuze is dit jaar gevallen op het Stubaital in Oostenrijk. Het is een mooi dal met hoge bergen eromheen en een overvloed aan berghutten om uit te kiezen. De bedoeling is om de eerste dag langs de Nürnberger Hütte te lopen door naar de Sulzenau Hütte. Dus we parkeren de auto onderaan het Langental, een zijdal diep in het Stubaital. Het weer is bij aankomst niet al te best. Het regent behoorlijk en de bewolking hangt behoorlijk laag. We kunnen dus niet zien hoe het hogerop is.
Iedereen hijst zich in de nodige regenbescherming en zo zijn we klaar voor vertrek. Eerst lopen we over een bospaadje, daarna komen we weer bij een weggetje. Na een goede honderd meter klimmen gaat de regen langzaam over in sneeuw. De omgeving begint ook een beetje wit te worden. We lopen langs de Bsuchalm, links over een bruggetje. Dan gaan we iets verderop een bospaadje op. Zo langzamerhand is de hele omgeving veranderd in een witte bergwereld.
Op het bospad begint de klim pas echt. Met al die sneeuw is het geen makkie. Het gaat bovendien niet al te snel. Tegen een uur of 1 komen we in de buurt van de Nürnberger Hütte. Gezien het weer en de vertraging die we hebben opgelopen besluiten we de plannen te wijzigen. We blijven in de Nürnberger Hütte en kijken morgen of we nog verder kunnen of niet. Het lijkt er niet op dat ze er in de hut erg blij mee zijn. Ze verwachten blijkbaar geen gasten meer. Ze zijn al druk bezig met schoonmaken en opruimen om te gaan sluiten. Wij trekken ons daar niets van aan en proberen ons de rest van de middag te vermaken. Dat valt nog niet heel erg mee. We hebben wel de gelegenheid om nog wat nieuwe kaartspelletjes te leren, zoals toepen bijvoorbeeld. Klaverjassen gaat helaas niet met z’n vijven.
En tussendoor gaan we af en toe even buiten kijken, hoeveel sneeuw er nu al licht. En even op zoek naar een sprankje netwerk voor de telefoon, zodat we nog even een levensteken naar huis kunnen sturen. Het sneeuwpak groeit tot wel een centimeter of 40. Het is een prachtig gezicht, dat zeker.
We eten nog wat ’s avonds en gaan maar bijtijds naar bed. Na de hele middag kaarten zijn we ’s avonds wel een beetje uitgekaart. Dan zit er niet veel anders meer op dan te gaan slapen.
We overleggen nog even met de waard, of hij denkt of we de volgende dag verder kunnen. Zijn antwoord helpt ons niet veel verder. Hij zegt dat het wel kan, maar ook wel een risico is. Het pad aan deze kant is nog wel goed te vinden, maar aan de andere kant van de berg is dat moeilijker. We kijken morgen wel verder.
Na een rustige nacht zitten we de volgende ochtend redelijk vroeg aan het ontbijt. We gaan toch maar proberen om naar de volgende hut te komen. Voor de zekerheid nog een keer aan de waard gevraagd. “Es ist ein Risiko” is eigenlijk het enige wat hij meegeeft. Ja, dat kunnen we zelf ook bedenken. Maar hoe groot is dat risico?
Er is in ieder geval de afgelopen nacht niet heel veel sneeuw bijgekomen en ook nu sneeuwt het niet. Dus we trekken de stoute schoenen aan en gaan op weg. En inderdaad aan deze kant is het pad aardig goed te vinden. Wat hogerop is zelfs een stukje met een staalkabel langs het pad. Dat maakt het toch iets makkelijker te vinden. En met dit pak sneeuw is er ook voldoende grip.
Zo komen we tegen de middag op het hoogste punt van de dag “Niederl”. Er staat zelfs een kruis hoewel het niet echt een gipfel is. Het is inmiddels wel weer een beetje gaan sneeuwen en ook de wind trekt wat aan. Al met al is het leuk om boven te zijn, maar heel veel valt er niet te genieten van het uitzicht. Heel even zien we een glimp van het dal door een gat in de bewolking, dat is alles. Maar spectaculair en overweldigend is het wel met al die sneeuw. We zoeken even verderop de beschutting op van een kleine kom om een beetje uit de wind te staan en een broodje te eten. Het valt niet mee om staand en met handschoenen aan je brood klaar te maken. Uiteindelijk toch gelukt om een paar semmeln met kantwurst en smeerkaas naar binnen te werken.
Nu naar beneden, naar de volgende hut. De waard had niets teveel gezegd wat betreft het pad, dat niet zo makkelijk te vinden was. We lopen een stuk door de sneeuw waar we denken dat het pad is. De helling wordt steeds steiler. Op een gegeven moment is duidelijk dat we niet meer op het pad zitten. Peter glijdt een meter naar beneden. Dit is de limit. Ik zeg dat me dit te link wordt. We gaan terug. We keren in onze voetsporen terug. We struikelen bijna over een wortel. Maar…? Een wortel op deze hoogte hoe kan dat? Oh, het blijkt een staalkabel te zijn. Maar dan moet hier dus toch het pad zijn. En inderdaad precies hier zit een haarspeldbochtje in het pad. We doen toch nog maar een poging om vanaf hier het pad verder te vinden. En ja, dat lukt aardig. Zonder al te veel problemen lopen we de helling af en komen we op een minder steil stuk.
Het lijkt hier wat beter. Wel is de wind nog sterker geworden, het begint een beetje trekjes van een sneeuwstorm te krijgen. Met alle kleren die we bij ons hebben, kunnen we het nog net warm genoeg houden. Niet teveel met het gezicht in de wind lopen, want dan snijdt de kou door je huid. Het pad is hier bijna niet te vinden, maar we zien 2 kleine meertjes. We oriënteren ons daarop, volgens de kaart moet vlak daarachter een pad lopen. En met succes, daar is het pad inderdaad snel gevonden.
We lopen verder en komen door een gedeelte met grote keien. Dat loopt een stuk moeilijker. In de sneeuw kun je slecht zien waar je je voeten neer met zetten. Het gaat behoorlijk langzaam, maar ook hier komen we zonder kleerscheuren doorheen. En daar komt dan toch de Sulzenau Hütte in zicht. Pfoe, dat was me een avontuur!
De waard hier is een beetje verbaasd ons te zien.
“Hoe zijn jullie hier gekomen?”
– “Nou gewoon vanaf de Nürnberger Hütte, over Niederl hierheen.”
“Wahnsinn!”
Humm, hij vindt het duidelijk niet zo’n verstandige keus. Nou dat weten we dan weer voor een volgende keer. Voor nu is het een beetje mosterd na de maaltijd. Voor morgen is de keus in ieder geval een stuk makkelijker. Er is maar 1 optie, het pad rechtstreeks naar beneden het dal in. Dat is een vrij breed pad, dat moet te doen zijn. Hoewel de waard niet zo gecharmeerd was van onze tocht vandaag krijgen we toch goed te eten en te drinken. Daar is verder helemaal niets mis mee.
Het is niet verbazingwekkend dat we verder de enige zijn in de hut voor een overnachting. Lekker rustig dus en zo kunnen we weer heerlijk slapen vannacht. De volgende morgen genieten we van een prima ontbijtje en maken ons op om de tocht naar beneden te beginnen.
Er is de afgelopen nacht nog flink wat sneeuw bijgekomen. Er ligt naar schatting ruim meer dan een halve meter nu. Dat kan nog leuk worden. Het ziet er fantastisch uit dat is zeker. Menige skiër zou er jaloers op zijn zoveel sneeuw. Vol goede moed gaan we op weg. Het pad is inderdaad vrij breed en goed te vinden. Zo gaan we rustig naar beneden. We hebben geen haast dus we genieten van de wondere witte wereld.
Op een gegeven moment hoor ik Franc roepen: “Jongens help effe!”. Ik kijk even waar dat vandaan komt zie ik even verderop Franc alleen met zijn hoofd en romp boven de sneeuw uit steken. Voor de rest is hij helemaal weggezakt. “Ja ik zit bovenin een boom!”, roept hij nog. Bovenin een boom?!? Maar inderdaad hij is naast het pad terecht gekomen en daar is het zo steil dat de boom vlak naast het pad zoveel lager staat dat de top net zo hoog is als het pad zelf. We helpen Franc even een handje, zo staat hij snel weer op het pad. Als we uitgelachen zijn gaan we weer verder.
We komen op een vlak gedeelte, het lijkt ons een goed idee om hier een flinke sneeuwpop neer te zetten. Zo gezegd zo gedaan. Wat sneeuw al niet kan doen. 5 volwassen mannen spelen heerlijk als kleine kinderen in de sneeuw. Vlakbij is er nog een almhut, daar bestellen we allemaal een lekker glas warme chocolade. Om niet alle regenkleding uit te hoeven trekken blijven we buiten op de bank zitten. Best uit te houden hoor.
We gaan weer verder, de alm is relatief vlak en komt uit bij een nieuwe helling in het bos deze keer. Omdat we inmiddels al een stuk lager is lopen we hier door papperige sneeuw pulp. Dat loopt niet zo lekker meer en op de helling naar beneden is er eigenlijk helemaal geen echte sneeuw meer, hier is het vooral heel nat. Wel een beetje apart dat je zo vanuit een winterlandschap een herfstlandschap inloopt. Maar het maakt de tocht wel wat veel kleuriger. Beneden in het dal lopen we nog een stuk parallel aan de weg terug naar de auto. We komen er aan het begin van de middag aan. Vroeg genoeg om alle natte kleren op te ruimen en op weg te gaan naar huis.
Een bijzondere en spectaculaire tocht met vooral veel wit is het geworden. Niet helemaal zoals gepland, maar daarom niet minder memorabel.