Huttentocht 2007 – Stubaital, Oostenrijk

De derde tocht alweer. En de groep blijft groeien. Ook dit jaar mogen we een nieuwe huttenvriend verwelkomen. Arnoud gaat dit jaar voor het eerst mee. Met z’n vijven in een Seat Altea is wel wat krap, maar omdat het zo lekker goedkoop is doen we het toch.

De keuze is dit jaar gevallen op het Stubaital in Oostenrijk. Het is een mooi dal met hoge bergen eromheen en een overvloed aan berghutten om uit te kiezen. De bedoeling is om de eerste dag langs de Nürnberger Hütte te lopen door naar de Sulzenau Hütte. Dus we parkeren de auto onderaan het Langental, een zijdal diep in het Stubaital. Het weer is bij aankomst niet al te best. Het regent behoorlijk en de bewolking hangt behoorlijk laag. We kunnen dus niet zien hoe het hogerop is.

Iedereen hijst zich in de nodige regenbescherming en zo zijn we klaar voor vertrek. Eerst lopen we over een bospaadje, daarna komen we weer bij een weggetje. Na een goede honderd meter klimmen gaat de regen langzaam over in sneeuw. De omgeving begint ook een beetje wit te worden. We lopen langs de Bsuchalm, links over een bruggetje. Dan gaan we iets verderop een bospaadje op. Zo langzamerhand is de hele omgeving veranderd in een witte bergwereld.

Op het bospad begint de klim pas echt. Met al die sneeuw is het geen makkie. Het gaat bovendien niet al te snel. Tegen een uur of 1 komen we in de buurt van de Nürnberger Hütte. Gezien het weer en de vertraging die we hebben opgelopen besluiten we de plannen te wijzigen. We blijven in de Nürnberger Hütte en kijken morgen of we nog verder kunnen of niet. Het lijkt er niet op dat ze er in de hut erg blij mee zijn. Ze verwachten blijkbaar geen gasten meer. Ze zijn al druk bezig met schoonmaken en opruimen om te gaan sluiten. Wij trekken ons daar niets van aan en proberen ons de rest van de middag te vermaken. Dat valt nog niet heel erg mee. We hebben wel de gelegenheid om nog wat nieuwe kaartspelletjes te leren, zoals toepen bijvoorbeeld. Klaverjassen gaat helaas niet met z’n vijven.

En tussendoor gaan we af en toe even buiten kijken, hoeveel sneeuw er nu al licht. En even op zoek naar een sprankje netwerk voor de telefoon, zodat we nog even een levensteken naar huis kunnen sturen. Het sneeuwpak groeit tot wel een centimeter of 40.  Het is een prachtig gezicht, dat zeker.

We eten nog wat ’s avonds en gaan maar bijtijds naar bed. Na de hele middag kaarten zijn we ’s avonds wel een beetje uitgekaart. Dan zit er niet veel anders meer op dan te gaan slapen.

We overleggen nog even met de waard, of hij denkt of we de volgende dag verder kunnen. Zijn antwoord helpt ons niet veel verder. Hij zegt dat het wel kan, maar ook wel een risico is. Het pad aan deze kant is nog wel goed te vinden, maar aan de andere kant van de berg is dat moeilijker. We kijken morgen wel verder.

Na een rustige nacht zitten we de volgende ochtend redelijk vroeg aan het ontbijt. We gaan toch maar proberen om naar de volgende hut te komen. Voor de zekerheid nog een keer aan de waard gevraagd. “Es ist ein Risiko” is eigenlijk het enige wat hij meegeeft. Ja, dat kunnen we zelf ook bedenken. Maar hoe groot is dat risico?

Er is in ieder geval de afgelopen nacht niet heel veel sneeuw bijgekomen en ook nu sneeuwt het niet. Dus we trekken de stoute schoenen aan en gaan op weg. En inderdaad aan deze kant is het pad aardig goed te vinden. Wat hogerop is zelfs een stukje met een staalkabel langs het pad. Dat maakt het toch iets makkelijker te vinden. En met dit pak sneeuw is er ook voldoende grip.

Zo komen we tegen de middag op het hoogste punt van de dag “Niederl”. Er staat zelfs een kruis hoewel het niet echt een gipfel is. Het is inmiddels wel weer een beetje gaan sneeuwen en ook de wind trekt wat aan. Al met al is het leuk om boven te zijn, maar heel veel valt er niet te genieten van het uitzicht. Heel even zien we een glimp van het dal door een gat in de bewolking, dat is alles. Maar spectaculair en overweldigend is het wel met al die sneeuw. We zoeken even verderop de beschutting op van een kleine kom om een beetje uit de wind te staan en een broodje te eten. Het valt niet mee om staand en met handschoenen aan je brood klaar te maken. Uiteindelijk toch gelukt om een paar semmeln met kantwurst en smeerkaas naar binnen te werken.

Nu naar beneden, naar de volgende hut. De waard had niets teveel gezegd wat betreft het pad, dat niet zo makkelijk te vinden was. We lopen een stuk door de sneeuw waar we denken dat het pad is. De helling wordt steeds steiler. Op een gegeven moment is duidelijk dat we niet meer op het pad zitten. Peter glijdt een meter naar beneden. Dit is de limit. Ik zeg dat me dit te link wordt. We gaan terug. We keren in onze voetsporen terug. We struikelen bijna over een wortel. Maar…? Een wortel op deze hoogte hoe kan dat? Oh, het blijkt een staalkabel te zijn. Maar dan moet hier dus toch het pad zijn. En inderdaad precies hier zit een haarspeldbochtje in het pad. We doen toch nog maar een poging om vanaf hier het pad verder te vinden. En ja, dat lukt aardig. Zonder al te veel problemen lopen we de helling af en komen we op een minder steil stuk.

Het lijkt hier wat beter. Wel is de wind nog sterker geworden, het begint een beetje trekjes van een sneeuwstorm te krijgen. Met alle kleren die we bij ons hebben, kunnen we het nog net warm genoeg houden. Niet teveel met het gezicht in de wind lopen, want dan snijdt de kou door je huid. Het pad is hier bijna niet te vinden, maar we zien 2 kleine meertjes. We oriënteren ons daarop, volgens de kaart moet vlak daarachter een pad lopen. En met succes, daar is het pad inderdaad snel gevonden.

We lopen verder en komen door een gedeelte met grote keien. Dat loopt een stuk moeilijker. In de sneeuw kun je slecht zien waar je je voeten neer met zetten. Het gaat behoorlijk langzaam, maar ook hier komen we zonder kleerscheuren doorheen. En daar komt dan toch de Sulzenau Hütte in zicht. Pfoe, dat was me een avontuur!

De waard hier is een beetje verbaasd ons te zien.
Hoe zijn jullie hier gekomen?
– “Nou gewoon vanaf de Nürnberger Hütte, over Niederl hierheen.”
Wahnsinn!
Humm, hij vindt het duidelijk niet zo’n verstandige keus. Nou dat weten we dan weer voor een volgende keer. Voor nu is het een beetje mosterd na de maaltijd. Voor morgen is de keus in ieder geval een stuk makkelijker. Er is maar 1 optie, het pad rechtstreeks naar beneden het dal in. Dat is een vrij breed pad, dat moet te doen zijn. Hoewel de waard niet zo gecharmeerd was van onze tocht vandaag krijgen we toch goed te eten en te drinken. Daar is verder helemaal niets mis mee.

Het is niet verbazingwekkend dat we verder de enige zijn in de hut voor een overnachting. Lekker rustig dus en zo kunnen we weer heerlijk slapen vannacht. De volgende morgen genieten we van een prima ontbijtje en maken ons op om de tocht naar beneden te beginnen.

Er is de afgelopen nacht nog flink wat sneeuw bijgekomen. Er ligt naar schatting ruim meer dan een halve meter nu. Dat kan nog leuk worden. Het ziet er fantastisch uit dat is zeker. Menige skiër zou er jaloers op zijn zoveel sneeuw. Vol goede moed gaan we op weg. Het pad is inderdaad vrij breed en goed te vinden. Zo gaan we rustig naar beneden. We hebben geen haast dus we genieten van de wondere witte wereld.

Op een gegeven moment hoor ik Franc roepen: “Jongens help effe!”. Ik kijk even waar dat vandaan komt zie ik even verderop Franc alleen met zijn hoofd en romp boven de sneeuw uit steken. Voor de rest is hij helemaal weggezakt. “Ja ik zit bovenin een boom!”, roept hij nog. Bovenin een boom?!? Maar inderdaad hij is naast het pad terecht gekomen en daar is het zo steil dat de boom vlak naast het pad zoveel lager staat dat de top net zo hoog is als het pad zelf. We helpen Franc even een handje, zo staat hij snel weer op het pad. Als we uitgelachen zijn gaan we weer verder.

We komen op een vlak gedeelte, het lijkt ons een goed idee om hier een flinke sneeuwpop neer te zetten. Zo gezegd zo gedaan. Wat sneeuw al niet kan doen. 5 volwassen mannen spelen heerlijk als kleine kinderen in de sneeuw. Vlakbij is er nog een almhut, daar bestellen we allemaal een lekker glas warme chocolade. Om niet alle regenkleding uit te hoeven trekken blijven we buiten op de bank zitten. Best uit te houden hoor.

We gaan weer verder, de alm is relatief vlak en komt uit bij een nieuwe helling in het bos deze keer. Omdat we inmiddels al een stuk lager is lopen we hier door papperige sneeuw pulp. Dat loopt niet zo lekker meer en op de helling naar beneden is er eigenlijk helemaal geen echte sneeuw meer, hier is het vooral heel nat. Wel een beetje apart dat  je zo vanuit een winterlandschap een herfstlandschap inloopt. Maar het maakt de tocht wel wat veel kleuriger. Beneden in het dal lopen we nog een stuk parallel aan de weg terug naar de auto. We komen er aan het begin van de middag aan. Vroeg genoeg om alle natte kleren op te ruimen en op weg te gaan naar huis.

Een bijzondere en spectaculaire tocht met vooral veel wit is het geworden. Niet helemaal zoals gepland, maar daarom niet minder memorabel.

Huttentocht 2006 – Hohe Tauern, Oostenrijk

Voor onze tweede tocht hebben we een nieuwe medestander gevonden: Peter. Met z’n vieren zijn we vertrokken richting de Hohe Tauern in Oostenrijk. Weer ’s nachts met de auto door Duitsland en over Pass Thurn door Oostenrijk. Andere baan, dus ook een andere auto.

We waren wat aan de vroege kant, daarom nog een uurtje tijd om nog wat te dutten op de parkeerplaats met uitzicht op het Hollersbachtal. Het is nog een beetje druilerig weer met de bijbehorende laaghangende bewolking. Nog even langs de winkel, nadat die open ging. Even de laatste benodigdheden inslaan: verse semmeln, kantwurst , smeerkaasjes, dextro energy en fruit. Daar gaan we het wel weer even mee redden.

Vervolgens de auto parkeren in Habach op een parkeerplaats aan het begin van het Habachtal. En daarna van start. Inmiddels wat nieuwe uitrusting aangeschaft. Nieuwe rugzak, bergschoenen en als voorschot op de erfenis de stokken van mijn schoonmoeder. We waren er helemaal klaar voor.

De tocht begon met een lange bergweg het uitgerekte Habachtal door. Geleidelijk stijgend, dus een lekkere weg om in te komen. Het was een heerlijk rustig en vredig dal. Van lieverlee trok de bewolking op en werd het heel aardig wandelweer. We kwamen nog wat beekjes tegen waar we de watervoorraad nog even bij konden vullen. Want het leek ons niet zo fijn weer zonder water te komen zitten.

In de middag kwamen we een beetje aan het eind van het dal. Daar moesten we via een steile helling nog een stuk omhoog naar de Neue Thüringer Hütte. Aan het begin van dit pad stond er nog een hokje met brandhout. Er stond een bordje bij met het vriendelijke verzoek aan alle wandelaars die langs de hut wilden, om een blokje brandhout mee te nemen. Dus fris als we nog waren hebben we dat maar gedaan. De nieuwe rugzak was toch groot zat.

De steile helling was nog wel een hele uitdaging. Na een half uurtje klimmen voelde we ons ineens niet zo fris meer. Maar goed het blijft toch genieten van de omgeving en van de indrukwekkende Groß Venediger en omliggende toppen.

Zo arriveren we ergens in de tweede helft van de middag in de eerste hut op 2212 m. hoogte. Een hut van redelijk formaat, maar wel erg rustig deze tijd van het jaar. Na dit weekend zouden ze alweer gaan sluiten. Dus we hadden het rijk voor onszelf. Behalve de huttenwaardin en een of andere postbode was er niemand te bekennen.

Met eten merkten we ook dat het het eind van het seizoen was. Veel keuze was er niet meer. We konden nog net het laatste blikje stoofvlees opmaken met wat aardappels en zuurkool-achtige salade. Maar als je de hele dag buiten bent geweest dan smaakt alles. Gelukkig konden we nog wel een potje bier krijgen. Dus we kwamen de avond wel door.  Die duurde toch niet zo lang, want ook nu was het al redelijk vroeg bedtijd.

Het ontbijt de volgende ochtend was helemaal even doorbijten. Het laatste brood van het seizoen was niet bepaald vers te noemen. En ook de boter begon een beetje ranzig te worden. Gelukkig was het buiten heel aardig weer. Mooi blauw en zonnig. Nog wel fris, het gras was behoorlijk bevroren. Maar prachtig weer om vroeg weer verder te gaan.

De weg ging weer verder omhoog langs dezelfde helling. Naar de Larmkogelscharte, een mooie wandeling met zo’n beetje de hele weg uitzicht op de hut en op de besneeuwde toppen van de Venediger Gruppe. Op de scharte konden we de rugzakken laten staan en zijn we doorgeklommen naar de gipfel van de Larmkogel op 3017 m. Dat is weer bijzonder genieten. Heerlijk in het zonnetje met prachtig uitzicht. We zien ook het meertje in het dal waar we straks in moesten afdalen.

Bij terugkomst op de scharte is het tijd voor een lekkere berglunch, met wat minder verse semmeln belegd met kantwurst en smeerkaas. Dat blijft toch heerlijk, tenminste met die heerlijke berglucht erbij.

Daarna was het tijd voor de afdaling naar de Neue Fürther Hütte. Nog een flinke afdaling. Alles wat we deze dag geklommen hadden gaan we ook weer naar beneden. Deze hut lag nl. op nagenoeg dezelfde hoogte: 2201 m. Vlak voor we bij de hut aankomen, komen we eerst nog langs een prachtig bergmeertje met een meanderend bergbeekje. Wat een schitterende natuur.

We waren redelijk op tijd bij de hut, een goede gelegenheid om een lekkere weizenbier te nemen op het zonnige terras voor de hut. Dat was echt dubbel genieten zeg! Je kon merken dat deze hut iets meer bezoek kreeg deze tijd van het jaar nog. Hoewel er weinig mensen waren tijdens ons bezoek. De aankleding en het eten was wat minder spartaans hier. We hebben lekker gesmuld van een bordje prima stoofvlees met gebakken aardappelen en koolmix. Op papier was het verschil met de dag ervoor misschien niet zo groot. In werkelijkheid was het een hemelsbreed verschil.

Hans de huttenwaard bleek ook timmerman te zijn. Dat was goed te zien aan de inrichting en alle houten voorwerpen overal in en om de hut. Hij heeft er echt wat van gemaakt. Een leuke gezellige hut, van binnen en van buiten. En ook hier hebben we prima kunnen slapen. Het hele lager voor onszelf, best luxe toch?

De volgende morgen mochten we ons weer opmaken voor de afdaling naar Hollersbach, door het Hollersbachtal. Heel creatief zijn ze hier niet met topografische namen trouwens. Maar goed, ook de afdaling begon met een redelijk steile helling en werd gevolgd door een lange geleidelijke daling over een redelijk brede bergweg door het uitgerekte dal.

Toen we redelijk dicht bij Hollersbach kwamen zagen we een bruggetje met een pad aan de andere kant van de beek. Volgens de kaart zou dat een pad moeten zijn die we verder konden nemen. Dus daar gingen we maar langs voor de afwisseling. Maar al gauw bleek het pad niet langer een pad te zijn. Omdat we geen zin hadden weer terug te lopen en de andere kant van de beek te nemen, leek het ons een goed idee om door de beek over te steken. Dus schoenen en sokken uit en oversteken maar. Dit bleek toch niet zo makkelijk als het leek. De stroming was aardig sterk. Maar uiteindelijk is het Maarten en mij toch gelukt. Franc en Peter waren wel teruggelopen en waren natuurlijk al veel eerder aan de overkant, maar het avontuur is ook wat waard natuurlijk.

Al met al was het toch nog een behoorlijke tocht naar Hollersbach en dan nog verder naar een volgend plaatsje Mühlbach. We liepen naar het stationsgebouwtje (de rails was er niet meer maar het stationnetje nog wel) en bestempelden dit als eindpunt van de wandeling. Nog een klein probleempje was dat we de auto nog moesten halen. Dus als toegift zijn Franc en ik met onze jonge benen nog maar even naar Habach gelopen. Nu bleek dat nog flink tegen te vallen, het was toch nog een kleine 6,5 km lopen en dat is na 3 dagen lopen best wel een eind. Maar we hebben het gehaald en konden de weg terug weer aanvangen. Alweer een zeer geslaagde tocht was ten einde… Op naar de volgende.

Eerste huttentocht in 2005 – Rätikon, Oostenrijk.

Lindauer hutteZo begon het in 2005, met onze eerste huttentocht. De afspraken voor een huttentocht werden gemaakt. Met z’n drieën gaan we op pad, Maarten, Franc en Ewout. Wat onwennig allemaal, die voorbereidingen. Wat neem je mee, wat past wel en wat past niet? Hoe weet je welke route je kunt lopen en of het niet te kort of te lang is?

De uitrusting was nog niet je van het. Zo ging ik met mijn rugzak die ik jaren geleden voor 25 gulden bij de V&D heb gekocht. Nu ik dat schrijf merk ik pas hoe lang geleden het is… Zowel de gulden als de V&D zijn inmiddels al bijna vergeten. Maar goed, voor deze eerste keer is het toch even uitproberen, dan ga je nog niet van alles aanschaffen.

Auto op de parkeerplaatsDus de plannen waren gemaakt, zo gingen we op pad. Met de auto ’s nachts door Duitsland naar Latschau in Vorarlberg. We kwamen lekker vroeg aan. De winkel moest nog opengaan, maar de zon scheen al heerlijk dus daar wilden we wel even op wachten. Dan de nodige voorraden inslaan voor onderweg, verse semmeln, fruit en natuurlijk kantwurst. Sjonge moet dat ook nog in de rugzak worden gepropt. Uiteindelijk toch gelukt.

En dan het echte werk. Vanaf Latschau lopend naar de Lindauer Hütte. Niet rechtstreeks maar bovenlangs. Het was prachtig weer, dus volop genieten en met de eerste hellinkjes stond het zweet al snel op onze rug. Natuurlijk gingen we aan het begin veel te snel. Binnen de kortste keren waren we buiten adem. Maar goed, stug doorlopen dan kom je er vanzelf. Af en toe even lekker zitten en genieten van het geweldige uitzicht. Het was werkelijk fantastisch.

Recht tegenover ons lag Bartholomäberg, een pittoresk bergdorpje waar ik vroeger eens met vrienden ben geweest. We beseffen hoe bijzonder het is, gisteren nog op kantoor, vandaag al midden in de natuur. Heerlijk!

Dan weer verder, we komen mooie bergmeertjes tegen en al een paar sneeuwveldjes. Ook onze eerste bergmarmot, salamanders en gemsen zijn gespot. Er is zoveel te zien. En maar weer doorlopen, het is een aardig eindje. Als je omhoog gaat moet je ook weer naar beneden. Met dit warme weer was de drinkvoorraad wel wat te vroeg op. Zo kwam het dat we behoorlijk uitgeput aankwamen bij de Lindauer Hütte. We zijn op een bankje neergeploft en hebben eerst maar eens een half uurtje uitgepuft. De hele nacht doorrijden en dan een flinke wandeling eisen hun tol. Eerst zitten en geen stap verder. Gelukkig konden we na een half uurtje de spullen op de kamer brengen om vervolgens op het terras een heerlijke pul bier te pakken.

Het voordeel als je zo’n dag achter de rug hebt is dat alles wat je te eten krijgt verrukkelijk smaakt. En na het eten op je horloge kijken of je al naar je bed zou mogen. Nou tot een uur of 8 hebben we het uitgehouden, toen zijn we onder de wol gegaan. Erg onwennig nog in ons lakenzakje onder de dekens op een ‘minder comfortabel’ matras om het zachtjes uit te drukken. Maar als je zo moe bent slaap je toch wel.

Na deze welverdiende nachtrust was de tank weer aardig bijgevuld en met een prima ontbijt konden we er weer tegenaan. We zijn niet al te vroeg vertrokken, tussen  8 en 9 uur als ik me goed herinner. Het weer was niet meer zo mooi als de eerste dag, bewolkt en een stuk frisser. Maar als je aan het lopen bent heb je het zo weer warm, dus dat is niet zo’n probleem. In de zon ziet alles er wat vrolijker uit, maar al is het bewolkt het is allemaal nog steeds indrukwekkend.

Deze dag was de bestemming de Douglas Hütte. De hut ligt aan het stuwmeer, de Lünersee. We moesten twee bergpassen over, de Öfapass op 2291 m. en de Verajoch op 2330 m. Omdat het nog erg vroeg in het seizoen was lag er nog behoorlijk veel sneeuw. Er liepen wat mensen voor ons, dus we konden de kunst van het dalen in de sneeuw mooi afkijken. En eerlijk is eerlijk we hadden de smaak snel te pakken. Eigenlijk loopt het best comfortabel door de sneeuw naar beneden. Je hoeft alleen je ene been maar voor de ander te zetten, de sneeuw die dempt de stap vanzelf. Jammer alleen dat onze uitrusting hier nog niet helemaal geschikt voor was. De bergschoenen van de aldi bleken niet helemaal waterdicht en de sneeuw die in de schoen viel smolt lekker de schoen in. Oftewel kletsnatte voeten waren het resultaat.

DouglashütteInmiddels moesten we na de tweede pas afdalen naar de Lünersee door een groot sneeuwveld. Maar ondertussen was de bewolking aardig gezakt en liepen we in behoorlijk dichte mist. Oriënteren was een beetje lastig geworden. Dus het was goed dat het laatste stukje helling naar het stuwmeer grijs was, anders waren we zo het water in gemarcheerd. Na wat zoeken vonden we het pad rond het meer en linksom leek ons het kortst vanaf waar we waren. Na ongeveer een kwart van het meer rond gelopen te zijn was het pad min of meer weggeslagen en moesten we door een stuk gruis klauteren en daarna kwamen we bij een afzetting waarop stond dat de weg (waar we dus net gelopen hadden) was gesperrt. Gelukkig waren we er al voorbij, dus voor ons geen probleem meer. En al snel kwam de Douglas Hütte in zicht. Opvallend was wel dat het hier ineens een stuk drukker was met wandelaars. En bij de hut aangekomen bleek die al helemaal druk te zijn. Tot 5 uur toen was het ineens helemaal leeg, alleen wij en nog een andere gast bleven nog om te overnachten. Het bleek dat de hut pal aan het bergstation van een kabelbaan lag en dat de laatste talfahrt om 5 uur was. Ja zo ontdek je nog eens wat. Maar nu het toch weer rustig was konden wij nog heerlijk eten en nog lekker wat drinken, voordat we onze slaapkamer opzochten en zelfs nog even een douche konden pakken. En alweer heerlijk slapen op minder heerlijke bedden.

Nu werden we ’s avonds gebeld door mijn zwager dat het niet goed ging met mijn vader. Hij had al een paar jaar acute leukemie en nu was hij terminaal. Als we hem nog wilden zien voor zijn sterven was het wel verstandig om zo snel mogelijk terug te komen. Het hoefde niet op stel en sprong, maar toch wel binnen een paar dagen. We hebben toen besloten om de volgende dag weer terug te gaan naar de Lindauer Hütte en dan maandag ochtend vroeg naar de auto te lopen en naar huis te rijden.

Uitzicht richting BludenzDe volgende morgen dus bij tijds aan het ontbijt en liefst vertrekken voor de kabelbaan wandelaars er alweer in grote getale zouden zijn. We gingen het eerste stukje dezelfde weg weer terug dus langs de afzetting waarop stond dat de weg gesperrt was, wat voor verbaasde blikken zorgde bij de al aanwezige kabelbaan wandelaars. Bij de kruising waar we een andere kant op moesten dan waar we de dag ervoor vandaan kwamen was het nog even spannend. Het was nog behoorlijk mistig en in de sneeuw was het oriënteren nog steeds een probleem. Gelukkig trok de mist daarna redelijk snel wat weg, zodat we in ieder geval konden zien welke kant we op moesten. En zo klommen we de helling op tot de grens met Zwitserland. Vandaag gingen we precies aan de andere kant van de grens terug ten opzichte van de dag ervoor. Het was een mooi stuk, met af en toe een wat eng stukje waar het pad een stukje was weggeslagen. Maar aan deze kant was wat minder sneeuw en het werd nog heel aardig weer ook.

Alleen het laatste stuk moesten we weer een pas over van Zwitserland terug Oostenrijk in. Daar was wel weer heel veel sneeuw en het pad was niet echt te ontdekken. We zagen wel het grenspaaltje waar de pas moest zijn, dus met dat als richtpunt zijn we maar gewoon omhoog geklommen. En aan de andere kant hetzelfde verhaal, geen pad te zien in de sneeuw, maar we zagen wel waar we heen moesten. Dus maar rechtstreeks door de sneeuw daar op af. En zo bereikten we veilig de hut, wel met kletsnatte voeten, maar ach dat droogt wel weer.

In de hut bleek het iets drukker te zijn dan de heenweg, er zaten nog wat lui uit het dorp die hier op zondagavond nog even een kaartje wilden leggen en later op de avond weer naar het dal liepen. Toch weer heerlijk gegeten en gedronken en geslapen. Dus de volgende dag weer helemaal fris en op tijd weer opgestapt om het laatste stukje naar het dal te lopen. Na ruim 1,5 uur waren we bij de auto en zijn we weer naar huis getuft.

Een beetje een apart eind van de tocht, maar al met al hebben we er enorm van genoten. En het smaakte zeker naar meer. Dus… , wordt vervolgd!